Voor een goed begrip van het hedendaagse online forex trading is het belangrijk om enig inzicht te krijgen in de geschiedenis van de valuta handel (oftewel de Forex). Waarom zit de Amerikaanse dollar in alle vijf belangrijkste valuta paren? (EUR/USD | GBP/USD | USD/JPY | USD/CHF | USD/CAD). Wat is de Gouden Standaard? Wie zorgt ervoor dat alles eerlijk verloopt op de forex markt? Het is immers voor de wereldhandel van het grootste belang dat de valuta markt goed werkt. Waarom wordt er niet gewoon gekozen voor een vaste verhouding tussen de verschillende valuta, zodat die hele valuta handel -en bijkomende instabiliteit- niet langer nodig is?
De valuta handel in zijn huidige vorm is relatief nieuw. Pas sinds de jaren zeventig vorige eeuw is er zoiets als een valuta markt (forex markt) waar currencies tegen elkaar uitgezet en verhandeld worden, en waarbij prijzen tot stand komen door vraag en aanbod. De echte kampioen van de afgelopen paar honderd jaar wat betreft het internationale betalingsverkeer is toch vooral het goud, met name de zogenaamde 'Gouden Standaard'.
Ruilhandel en het begin van internationale handel
Ruilhandel werkt alleen in een hele eenvoudige economie. Ook vandaag de dag worden nog regelmatig idealistische initiatieven genomen om de ruilhandel te herintroduceren in moderne economieen, maar het komt nooit verder dan gehobby in de marge. Waarom? Omdat het al moeilijk genoeg is om de waarde van een produkt in één ander produkt uit te drukken, laat staan in 10.000 andere produkten. De beste en meest effectieve manier om dit te doen -en dus het 'ruil proces' zo soepel mogelijk te laten verlopen- is door een produkt te kiezen dat iedereen wil hebben. In het verleden was dat vaak goud of zilver, maar er zijn ook samenlevingen geweest waar zout als betaalmiddel gold. En in het oude China werden thee briketten gebruikt, terwijl men elkaar in de zuidelijke regio's van het koloniale Amerika regelmatig betaalde in balen tabak.
Een van de eerste voorbeelden van een munt die 'internationaal' als betaalmiddel werd geaccepteerd was de Romeinse gouden Aureus, en later de zilveren Denarius. De onderliggende waarde was natuurlijk nog steeds goud / zilver, maar toch was het vooral de macht en stabiliteit van het Romeinse Rijk die ervoor zorgde dat de munt ook over de grenzen als betaalmiddel werd geaccepteerd.
Het probleem met het accepteren van een in een bepaalde regio niet gangbaar betaalmiddel is natuurlijk dat het omgewisseld moet worden voor een wel gebruikt betaalmiddel. Met een Britse Pond koop je niets in Nederland, geen winkelier accepteert het als betaalmiddel. Met Amerikaanse dollars heb je waarschijnlijk iets meer geluk, maar bij de Albert Hein, bioscoop of kroeg hoef je er ook niet mee aan te komen.
De Gouden Standaard
In 1816 werd door veel landen de Gouden Standaard ingesteld. Hierbij wordt de valuta van een land in een vast gewicht in goud uitgedrukt en de inwisselbaarheid van de munt in die hoeveelheid goud ook gegarandeerd door de uitgever van de valuta. Dit systeem zorgde voor veel stabiliteit, men hoefde immers niet langer bang te zijn dat de munt snel zou ontwaarden; ook de onderlinge inwisselbaarheid van valuta werd eenvoudiger, nu alle currencies gerelateerd werden aan een vooraf bepaalde hoeveelheid goud. (de prijs van goud was ook veel stabieler in die tijd).
In de Eerste Wereldoorlog verlieten alle Westerse landen behalve de Verenigde Staten de Gouden Standaard, en in 1933 moest ook de VS de Gouden Standaard afschaffen, vanwege de economische crisis.
Hoewel de Gouden Standaard de internationale handel veel stabiliteit bracht, zijn er ook grote nadelen aan dit systeem. Zo is het bijvoorbeeld heel rigide. Als een Amerikaanse Dollar exact 1/35ste ounce goud waard is (de vastgestelde goudprijs in 1946 was $35 per ounce) hoe kan de Amerikaanse regering dan in tijden van financiële crisis meer geld in de economie pompen? Er is immers ook niet ineens meer goud. Sterker nog, vandaag de dag is er niet eens voldoende goud om alleen de Amerikaanse dollar voorraad volledig te baseren op goud. Om die reden konden landen de Gouden Standaard niet handhaven in de jaren dertig van de vorige eeuw.
Bretton Woods
Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog realiseerden regeringsleiders en economen zich dat er voor alles stabiliteit moest worden terug gebracht op de internationale markten. In Juli 1944 -een maand na de invasie in Normandie- kwamen de geallieerde landen daarom samen in het Amerikaanse Bretton Woods, om afspraken te maken over de structuur van de wereld economie na de oorlog. Drie belangrijke beslissingen uit Bretton woods waren:
1 De oprichting van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Deze organisatie zou de internationaal gemaakte afspraken 'bewaken' en landen bij staan met tijdelijke leningen in geval van een economische crisis.
2 De Amerikaanse dollar zou verbonden worden aan een vaste goudprijs van $35 per ounce. De Verenigde Staten adopteerden hiermee dus opnieuw de Gouden Standaard.
3 Alle andere valuta zouden verbonden worden aan de dollar. Hiermee vielen de valuta van andere landen dus effectief ook onder de Gouden Standaard, omdat ze zich verbonden aan een munt die verbonden was aan de Gouden Standaard. (deze indirecte verbondenheid wordt ook wel Gold exchange standard genoemd). De dollar werd hiermee tot de wereldwijde 'reserve currency'.
De eerste jaren werkte dit systeem prima, maar begin jaren zeventig moesten de Verenigde Staten de Gouden Standaard alsnog verlaten, vooral door de oplopende kosten van de oorlog in Vietnam. Maar ook al werd hiermee de facto afscheid genomen van het Bretton Woods systeem, de dollar bleef wel de reserve currency. Dat betekende dat internationale monetaire stabiliteit niet mogelijk was zonder een gezonde dollar.
Ontstaan van de vrije valuta markt.
Met het verlaten van de gouden standaard voor de dollar begint in de jaren zeventig van de vorige eeuw het tijdperk van vrij bewegende valuta, waarbij de prijs niet langer wordt gefixeerd, maar in plaats daarvan overgelaten aan de markt. Er zijn de afgelopen decennia overigens nog regelmatig experimenten / pogingen ondernomen om de volatiliteit van vrij bewegende (ook wel 'floating currencies') valuta tegen te gaan. Een bekende methode is het werken met bandbreedtes, wat verschillende Eurolanden voor de komst van de Euro deden, en het vastzetten van een valuta aan de dollar ('pegging'), wat China bijvoorbeeld doet met de Renminbi. Op termijn leiden dit soort systemen echter altijd tot onwenselijke resultaten, omdat de valuta niet mee kunnen bewegen met veranderende omstandigheden.
Een van de bekendste voorbeelden hiervan komt uit begin jaren negentig vorige eeuw, toen het Britse Pond gegeven de markt omstandigheden veel minder waard was dan de waarde die gold binnen het European Exchange Rate Mechanism. De Britse centrale bank, de Bank of England, wilde echter niet de rente stand verhogen (om op die manier de waarde op te krikken) en ook niet de Pond 'floaten', dus vrij laten bewegen. Op Zwarte Woensdag (16 September 1992) nam forex trader George Soros short posities in op het Britse Pond ter waarde van meer dan $10 miljard. De druk op de Britse munt werd hierdoor zo groot (niemand wilde de Pond nog kopen), dat de Britse overheid uiteindelijk geen keus had en de Pond liet floaten. Soros verdiende hier meer dan 1.1 miljard dollar mee.
Toekomst valuta markt
Op dit moment is de dollar nog steeds de mondiale reserve currency. Andere valuta, grondstoffen, edelmetalen, ze worden allemaal uitgedrukt in Amerikaanse dollars. Dit maakt lenen voor de Verenigde Staten super goedkoop, aangezien het falen van de dollar geen optie is. Zoals sommige banken 'too big to fail zijn' zo zijn ook sommige landen too big to fail, en bovenaan die lijst staat de VS, die met de dollar als reserve currency een ijzeren greep op de internationale (financiele) markt houden.
De afgelopen tien jaar zijn de internationaal politieke en economische verhoudingen echter ongekend snel veranderd. Het tijdperk van de Amerikaanse hegemonie -begin 21ste eeuw nog op het hoogtepunt, met twee buitenlandse oorlogen en een economische hausse- lijkt voorgoed voorbij te zijn, met de opkomst van grootmacht China. Opnieuw wordt het Amerikaanse vrije markt kapitalisme uitgedaagd, maar deze keer niet door het communisme, maar door dictatoriaal kapitalisme (oftewel: de markt is in principe vrij, totdat de staat besluit dat ze dat niet is).
Toen China anderhalf jaar geleden opperde dat het maar eens afgelopen moet zijn met de dollar als reserve currency, werd dit door de Amerikanen nog redelijk eenvoudig weggewuifd naar heel verre toekomst land. Maar een zware economische crisis later -met maar 1 echte winnaar- en die toekomst lijkt ineens een heel stuk dichterbij.
Tot die tijd is het in ieder geval vrij traden op de online valuta markt.