De vraag 'wat is forex' hebben we in de vorige les beantwoord. In deze les gaan we voor het eerst in op de praktijk van online forex trading. We zullen, ook later in de cursus, veel dingen uitleggen aan de hand van de software van markets.com. Dit is een van de beste forex brokers, o.a. gereguleerd door de AFM. Om zelf mee te kunnen kijken in de software, is het handig om een gratis account aan te maken bij Markets.com.
Valuta paren
Zoals in de vorige les al is gezegd, worden valuta’s verhandeld in paren. Voorbeelden van valuta paren zijn: EUR/USD, GBP/USD, USD/JPY (zie hieronder staatje met uitleg afkortingen).
Dat betekent dat je altijd speculeert op de stijging van de ene valuta ten opzichte van de andere valuta. Het openen van een forex-positie is niets anders dan het aankopen van de ene valuta van een paar en het tegelijkertijd verkopen van de andere. Daardoor verdien je als de aangekochte valuta in waarde stijgt ten opzichte van de verkochte valuta.
Een valutapaar wordt op de forex weergegeven door de twee afkortingen van de betrokken valuta’s met een schuine streep ertussen. Elke valuta heeft zijn eigen drie-letterige afkorting. Voor de belangrijkste valuta’s zijn deze als volgt:
| USD = Amerikaanse Dollar | CHF = Zwitserse Franc |
| EUR = Euro | CAD = Canadese Dollar |
| JPY = Japanse Yen | AUD = Australische Dollar |
| GBP = Britse Pond | NZD = Nieuw Zeelandse Dollar |
Op Markets ziet dit er zo uit:
AUD/USD staat voor Australische Dollar vs. Amerikaanse Dollar.
CAD/JPY voor Canadese Dollar vs. Japanse Yen
EUR/CHF voor Euro vs. Zwitserse Franc, etc.
De eerstgenoemde afkorting wordt ook wel de ‘base currency’ genoemd en is de valuta waarop je speculeert. Als je dus AUD/USD koopt, verwacht je een stijging van de Australische Dollar.
De tweede afkorting (hier USD) heet de ‘quote currency’ en is de valuta waartégen je speculeert. De verwachte stijging van de Aussie Dollar gaat in dit geval ten koste van de Amerikaanse Dollar.
Overigens zul je al wel gemerkt hebben dat er aardig wat nieuwe termen voorbijkomen. Zoals de meeste activiteiten heeft ook het forex-wereldje zijn eigen jargon; pip, spread, bid, ask, long, short, etc.
Laat je hier echter niet door afschrikken want je leert deze termen snel genoeg. Het lijkt misschien een noodzakelijk kwaad, maar aan de andere kant is het natuurlijk ook wel weer heel stoer als je op feestjes in de juiste termen kunt opschepen over je succes op de forex markt. Voor een uitleg van alle termen die je tegenkomt, zie het forex-woordenboek.
Koersen en spread
Je kunt op Markets op verschillende manieren valuta paren vinden (zie de afbeelding hieronder). Je kunt natuurlijk het paar invoeren in de ruimte linksboven waar 'search all instruments' staat. Maar je kunt ook zoeken naar de Top Risers (grootste stijgers), Top Fallers( grootste dalers), Top Volatile (meest volatiele paren), welke paren de afgelopen week in een up- of downtrend hebben gezeten, etc.
Achter elk valutapaar zie je twee prijzen staan: de ‘Sell’ (Bid) en de ‘Buy’ (Ask) prijs. Bij de bovenstaande EUR/USD is de Sell prijs 1.24984 en de Buy prijs 1.15005. De Sell prijs is de prijs waarvoor jij EUR aan de markt kunt verkopen, uitgedrukt in Amerikaanse Dollars. De Buy prijs is de prijs waarvoor je EUR kunt kopen.
Het verschil tussen de Bid en Ask is de zogenaamde 'spread.' Dit is wat je betaalt aan de broker voor het openen van de positie. In tegenstelling tot andere markten (zoals de aandelen- en optiebeurs) berekent de broker geen kosten aan je, behalve de spread. Daardoor is het handelen in Forex ook zoveel goedkoper voor kleine beleggers dan handelen op de beurs.
Je ziet dat de spread maar héél klein is; iets meer dan twee honderdste van een cent. In de forex wereld zegt men ook wel: de spread is 2 ‘pips’. Een pip is in de koersnotaties van de meeste valutaparen het vierde cijfer achter de komma. (Bij de Japanse Yen is een pip het tweede cijfer achter de komma, omdat Yens ongeveer een factor honderd minder waard zijn dan de meeste gangbare valuta’s.).
Long / Short
Er zijn twee verschillende soorten positie die je kunt openen; een long positie en een short positie. Bij een long positie verwacht je dat de prijs van de base currency gaat stijgen in vergelijking tot de quote currency.
Als je bijvoorbeeld een long positie op de USD/CAD neemt, betekent dat dat je Amerikaanse Dollars koopt en tegelijkertijd Canadese Dollars verkoopt. Bij een short positie verwacht je juist dat de prijs van de quote currency gaat stijgen in vergelijking tot de base currency. Met andere woorden, je koopt Canadese Dollars en verkoopt tegelijkertijd Amerikaanse Dollars.
Het idee van een short positie is voor veel beginnende traders moeilijk te begrijpen. In feite verkoop je iets dat je niet hebt. Dat kan doordat je de verkochte valuta niet meteen hoeft te leveren; dat hoeft pas op het moment dat je de positie weer sluit. Het is alsof je iemand een zak appels verkoopt, zonder dat je die appels in bezit hebt. Je weet echter dat je de appels pas over een tijdje aan de koper hoeft te leveren. Je speculeert erop dat in die tussentijd de prijs van appels zal zijn gedaald, zodat je op het moment van levering de appels goedkoper kan inkopen dan wat je er nu voor betaald gekregen hebt. Zo werkt het met valuta ook, alleen verkoop je dan geen appels, maar bijvoorbeeld Euro’s of Dollars.
Als je inmiddels een oefen account hebt geopend bij Markets, doe dan een paar oefen trades waarin je afwisselend lond en short posities inneemt. Je zult merken dat je binnen no-time door hebt hoe long en short positions precies werken.
